Basisbedragen van billijke vergoeding stijgen niet
Het basisbedrag dat exploitanten van een handelszaak, organisatoren van activiteiten, en vrije beroepers moeten betalen ter vergoeding van de auteurs, producenten of uitvoerders van auteursrechtelijk beschermde werken, wijzigt niet. De beslissing om de wettelijke bedragen volgend jaar niet te verhogen, verscheen in het Belgisch Staatsblad van 14 december. Dat betekent echter niet dat het uiteindelijk te betalen bedrag niet zou wijzigen. De basisbedragen worden immers elk jaar geïndexeerd.
Een billijke vergoeding is verschuldigd bij het afspelen van muziek of het vertonen van films:
- in de horeca (ook in kantines, clubhuizen, buurthuizen of cafetaria), in horeca-inrichtingen met regelmatige dans, en in discotheken of dancings;
- in winkels, shoppingcentra en tijdelijke verkooppunten;
- in kapperszaken en schoonheidssalons;
- bioscopen, drive-ins en bij tijdelijke vertoningen van audiovisuele werken;
- in polyvalente zalen, zoals parochiecentra;
- bij dienstverlenende bedrijven ” zoals interimkantoren, banken of verzekeringsmaatschappijen “, bij tijdelijke dienstverlenende activiteiten, en in de wachtkamers van vrije beroepers;
- bij verenigingen en jeugdhuizen;
- in culturele centra en kunstencentra;
- bij radio-omroepen;
- bij openbare besturen; en
- op festivals, fuiven, een braderie, rommelmarkt, kerstmarkt, carnaval, wielercriterium en andere tijdelijke activiteiten.
De wettelijke bedragen blijven dus identiek, maar de geïndexeerde bedragen voor 2016 werden nog niet gepubliceerd.
In werking: van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016.
Bron: Koninklijk besluit van 6 december 2015 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 oktober 2015 inzake billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, BS 14 december 2015; en Beslissing van 5 november 2001, BS 29 november 2001.
Bron: Koninklijk besluit van 6 december 2015 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 oktober 2015 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, BS 14 december 2015; en Beslissing van 15 december 2004, BS 30 december 2004.
Bron: Koninklijk besluit van 6 december 2015 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 oktober 2015 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, BS 14 december 2015; en Beslissing van 14 november 2012, BS 21 december 2012.
Bron: Koninklijk besluit van 6 december 2015 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 oktober 2015 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de kappers en de schoonheidsspecialisten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, BS 14 december 2015; en Beslissing van 15 december 2004, BS 30 december 2004.