Wetgever actualiseert Sociaal Strafwetboek
Een wet van 29 februari 2016 actualiseert het Sociaal Strafwetboek en bundelt diverse bepalingen van sociaal strafrecht.
Dat is nodig want na de goedkeuring en de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek op 1 juli 2011 zijn er heel wat wetteksten aangenomen die een aanpassing van het Sociaal Strafwetboek vereisen. Waar nodig voert de wetgever ook technische correcties door.
Bedoeling is om te komen tot een geactualiseerd Sociaal Strafwetboek, ‘alvorens een aantal fundamentele vraagstukken in de komende periode aan te pakken’. De nieuwe wet is dus zeker geen eindpunt, zo klinkt het in het bijhorend commissieverslag.
Zoals bekend, werd het sociaal strafrecht gecoördineerd in het Sociaal Strafwetboek. De straffen die kunnen worden opgelegd bij de overtreding van sociaalrechtelijke voorschriften en die voorheen verspreid waren over verschillende wetten, werden geordend en samengebracht in één wetboek dat bestaat uit 2 boeken.
Het Eerste Boek behandelt de ‘preventie, de vaststelling en de vervolging van de inbreuken en hun bestraffing in het algemeen’. Het Tweede Boek bevat alle inbreuken van sociaal strafrecht en de sancties die eraan verbonden zijn.
De nieuwe wet treedt in werking op 1 mei 2016. We stippen alvast een paar belangrijke aanpassingen aan:
- de samenstelling van de Algemene Raad van Partners van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) wordt uitgebreid;
- bij de schriftelijke vaststelling die sociale inspecteurs moeten doen wanneer zij bepaalde maatregelen treffen, houdt men nu ook rekening met de zelfstandige waaraan maatregelen op de arbeidsplaats worden opgelegd;
- het openbaar ministerie en de onderzoeksrechters krijgen toegang tot de databank van het e-PV zonder specifieke machtiging;
- de bepalingen over de preventie van de psychosociale belasting op het werk en de bestraffing van pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer worden aangepast;
- de inbreukbepalingen in verband met roken op de werkplaats krijgen een plaats in het Sociaal Strafwetboek;
- de gebruiker van een uitzendkracht wordt gelijkgesteld met de eigenlijke werkgever, het uitzendkantoor, voor de mogelijke sanctionering van inbreuken op wetgeving waarvan de toepassing onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker valt;
- de inbreukomschrijvingen bij de Dimona-aangifte worden geactualiseerd;
- de administratieve geldboete voor iedereen die als werknemer wetens en willens niet-aangegeven arbeid verricht, wordt “opnieuw ingesteld” want door opeenvolgende wijzigingen in de regelgeving is die nooit effectief in werking getreden;
- we noteren ook aanpassingen in andere wetten die strafrechtsbepalingen omvatten.
Bron: Wet van 29 februari 2016 tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en houdende diverse bepalingen van sociaal strafrecht, BS 21 april 2016