Verkeersovertredingen tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst: wie betaalt de rekening?
– Beginsel van de burgerlijk aansprakelijke: art. 67 Wegverkeerswet
Indien een werknemer een verkeersovertreding begaat of schade toebrengt aan derden ten gevolge van een verkeersongeval, is hij/zij persoonlijk strafrechtelijk aansprakelijk. De werknemer zal derhalve aansprakelijk zijn voor de betaling van geldboetes ten gevolge van de overtreding, ongeacht of deze tijdens of buiten de werkuren is begaan.
Op grond van artikel 67 van de Wegverkeerswet kan de werkgever echter burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor geldboetes en gerechtskosten die de werknemer in verband met het wegverkeer heeft opgelopen.
Deze aansprakelijkheid van de werkgever is zuiver burgerrechtelijk van aard. De werkgever wordt dus niet beschouwd als de dader van de verkeersovertreding. Deze regeling is niets meer dan een betalingsfaciliteit voor de schatkist: het enige doel ervan is de staat extra garanties te bieden voor de inning van verkeersboetes.
Voor de toepassing van artikel 67 is ook vereist dat de verkeersovertreding is begaan tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Volgens de rechtspraak kan de werkgever niet burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor een boete die zijn werknemer op weg naar zijn werk heeft opgelopen, omdat de werknemer op dat moment nog niet onder het gezag of toezicht van zijn werkgever stond.
Het is dus aan de rechter om op basis van de feiten te bepalen of de werknemer ter beschikking van zijn werkgever stond op het tijdstip waarop de verkeersovertreding werd begaan.
– Beperking van de burgerlijke aansprakelijkheid van toepassing op de werknemer, niet op de werkgever: art. 18 WAO
Indien de werknemer tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde (bv. bij een verkeersongeval), kan hij volgens art. 18 van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten alleen aansprakelijk worden gesteld in geval van bedrog, zware schuld, of lichte schuld, indien deze laatste van gewoonlijke en niet van toevallige aard is.
“Bedrog” betekent opzettelijk wangedrag, het bewust en opzettelijk veronachtzamen van een verplichting. Bij zware schuld is er sprake van onopzettelijk wangedrag, dat echter zo ernstig is dat het niet vergeeflijk is. Voor een gewoonlijke lichte schuld is vereist dat de werknemer reeds meerdere malen bij een verkeersongeval betrokken is geweest of de verkeersregels herhaaldelijk heeft overtreden.
Een verkeersovertreding impliceert niet automatisch een zware schuld in de zin van artikel 18 van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten. Evenmin is de dodelijke afloop van een ongeval een beslissende factor bij de beoordeling van de ernst van de fout.
In de rechtspraak worden als ” zware schuld” aangemerkt: door het rode licht rijden, een witte lijn overschrijden, rijden in dronken toestand, de sleutels in het contact laten zitten, een ongeval veroorzaken door te snel te rijden, een ongeval veroorzaken door een gevaarlijke inhaalmanoeuvre uit te voeren.
Werden niet als zware schuld beschouwd: het niet verlenen van voorrang en een geringe overschrijding van de maximumsnelheid. Het uitvoeren van een gevaarlijke manoeuvre waarbij wordt achteruitgereden met een vrachtwagen op een bouwplaats, met de dood van een ter plaatse aanwezige werknemer tot gevolg, werd beschouwd als nalatigheid/onoplettendheid, en niet als zware schuld.
Artikel 18 heeft echter alleen betrekking op de burgerlijke aansprakelijkheid en niet op de strafrechtelijke aansprakelijkheid van een werknemer bij de uitvoering van zijn of haar arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat de werknemer volledig aansprakelijk blijft voor begane strafbare feiten, maar dat het mogelijk is dat de werkgever burgerrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld voor aan de werknemer opgelegde geldboetes (voornoemd art. 67), ongeacht of de door de werknemer begane fout als zware schuld wordt aangemerkt.
De werkgever kan zich dus niet achter de zware schuld van de werknemer verschuilen om te trachten de door deze laatste opgelopen boetes en kosten te ontlopen.
Indien de werknemer echter als gevolg van een verkeersongeval schade toebrengt aan een derde, zal in de meeste gevallen de verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid tussenkomen.
– Betaling en regres
De werkgever die een verkeersboete van diens werknemer heeft betaald, heeft echter het recht om het bedrag op de werknemer te verhalen, zelfs indien de werknemer slechts een lichte schuld heeft begaan.
Het is dus volkomen wettelijk om in de arbeidsovereenkomst een clausule op te nemen waarin wordt bepaald dat de werknemer zelf verantwoordelijk is voor de betaling van de geldboetes en dat de werkgever de geldboete en de betaalde kosten kan verhalen in diens hoedanigheid van burgerlijk aansprakelijke persoon.
Indien de werkgever de betaalde boetes echter niet terugvordert, zal de betaling worden beschouwd als een voordeel in natura ten gunste van de werknemer. In dat geval zal de werkgever sociale zekerheidsbijdragen op deze bedragen moeten betalen. Deze bedragen zijn echter wel aftrekbaar als beroepskost.
Wil je meer weten?
Het Aansprakelijkheids- en verzekeringsteam van Racine helpt u graag verder.