Grondige update Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp (art. 68-75 Decreet WVG)
Het Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp krijgt een grondige update. Hoewel het voornamelijk gaat om grammaticale wijzigingen, technische correcties en verduidelijkingen, zijn er ook een aantal aanpassingen met een grotere impact. Jeugdhulpaanbieders krijgen bijvoorbeeld de mogelijkheid om basisgegevens over lopende hulpverlening uit te wisselen met magistraten en sociale diensten voor gerechtelijke jeugdhulpverlening. Nu is die communicatie beperkt tot jeugdhulp die al werd verleend aan de minderjarige en zijn gezin. Daarnaast kunnen de subsidies voor “een geïndividualiseerd hulpaanbod voor minderjarigen” vanaf nu ook worden uitgereikt aan organisaties met het kwaliteitslabel “intersectoraal zorgnetwerk” die meerdere minderjarigen begeleiden. Tot nog was dat alleen mogelijk was op individuele basis.
Doorgeven van informatie
Het Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp verbiedt het uitwisselen van informatie over de jeugdhulpverlening aan de minderjarige en zijn gezin tussen de jeugdhulpvoorzieningen (vertrouwenscentra kindermishandeling en ondersteuningscentra jeugdzorg) en de actoren van de gerechtelijke jeugdhulpverlening (de magistraten belast met jeugdzaken en de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdhulpverlening).
Behalve voor bepaalde basisgegevens. Zo mag de identiteit van de betrokkene wel worden doorgegeven, net als info over ‘al verleende jeugdhulpverlening’. Momenteel mogen dus geen gegevens woorden gecommuniceerd over jeugdhulpverlening die nog in uitvoering is. Een regel die nu wordt gewijzigd aangezien de betrokken informatie van erg groot belang kan zijn binnen bepaalde procedures en dossiers.
Met de wijziging wordt trouwens tegemoetgekomen aan de initiële bedoeling van de decreetgever bij opmaak van het Decreet Integrale Jeugdhulp.
Subsidies aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod
De subsidies die worden toegekend voor een ‘aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod’ kunnen voortaan ook worden uitgereikt aan één of meer organisaties die meerdere minderjarigen begeleiden. Voorwaarde is wel dat de organisaties het kwaliteitslabel ‘intersectoraal zorgnetwerk’ dragen. De aanduiding van deze organisaties vindt plaats na een oproep.
De subsidies kunnen voortaan trouwens ook worden toegekend door de administrateur-generaal van het Agentschap Jongerenwelzijn. Vroeger was alleen het team Jeugdhulpregie aan zet. De Vlaamse regering moet echter nog verduidelijken wie wanneer bevoegd is.
Positie Toegangspoort bij uitvoering gerechtelijke maatregel
Iedere vraag van een jeugdrechter naar niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening moet langs de Toegangspoort passeren. Hij is voortaan verplicht om zijn vraag in te schrijven op de intersectorale registratielijst vooraleer hij één of meer maatregelen kan opleggen. Het is niet de bedoeling dat de jeugdrechter rechtstreeks toegang heeft tot het jeugdhulpverleningsaanbod.
Met deze aanpassing wil de Vlaamse decreetgever de positie van de Toegangspoort bij de uitvoering van een gerechtelijke maatregel verduidelijken. En zijn taak als beheerder van de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening in het vernieuwde landschap van de integrale jeugdhulp in de verf zetten.
Vordering jeugdrechter bij hoogdringendheid
De Vlaamse decreetgever verduidelijkt wanneer het openbaar ministerie de jeugdrechter kan vorderen bij hoogdringende situaties. De huidige formulering leidt tot een te strikte interpretatie en verwarring.
Het Decreet Integrale Jeugdhulp geeft het openbaar ministerie de mogelijkheid om de jeugdrechter te vorderen
- als een gerechtelijke maatregel dringend noodzakelijk is;
- er voldoende aanwijzingen zijn dat de minderjarige onmiddellijk beschermd moet worden tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik;
- wanneer het verlenen van vrijwillige jeugdverlening niet meteen mogelijk is omdat de nodige instemmingen niet werkelijk zijn verkregen.
Die derde voorwaarde leidt momenteel tot problemen op het terrein. Hoewel ze destijds werd ingevoerd om te vermijden dat men de procedure hoogdringendheid zou inzetten bij gebrek aan capaciteit in de buitengerechtelijke hulpverlening, terwijl de cliënt wel instemt met de hulpverlening, wordt ze op het terrein niet zo geïnterpreteerd. Magistraten zien het als een bijkomende drempel. Volgens de formulering zou het openbaar ministerie immers eerst moeten aantonen dat de instemming van de ouders en/of de minderjarige niet is verkregen vooraleer kan gevorderd worden in het kader van hoogdringendheid. Wat uiteraard niet de bedoeling is.
Om te vermijden dat snel kan worden opgetreden wanneer dat nodig is, wordt de regel verduidelijkt. De zinssnede ‘omdat de nodige instemmingen niet werkelijk zijn verkregen’ wordt opgeheven.
Adviesraad Integrale Jeugdhulp
Verwijzingen naar de Adviesraad Integrale Jeugdhulp worden weggelaten omdat die adviesraad niet meer bestaat sinds 1 januari 2015.
Rechtspositie minderjarige
De Vlaamse decreetgever maakt van de gelegenheid gebruik om ook het Decreet van 7 mei 2004 houdende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp te actualiseren. Daarin wordt op meerdere plaatsen nog verwezen naar het oude Decreet Integrale Jeugdhulp van 7 mei 2004. Die verwijzingen worden vervangen door het Decreet van 12 juli 2013.
29 augustus 2016
Dit onderdeel van het Verzameldecreet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bevat geen specifieke datum van inwerkingtreding. De bepalingen worden dus volgens de algemene regel van kracht, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dat is 29 augustus 2016.
Bron: Decreet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, BS 19 augustus 2016. (art. 68-75 Decreet WVG)