Gemeenten moeten private huurmarkt ondersteunen
Gemeenten die nog subsidies willen krijgen voor lokaal woonbeleid, moeten vanaf nu werk maken van “het ondersteunen van de lokale private huurmarkt”. Het huidige, aangepaste subsidieregime wordt stopgezet op 31 december 2019.
Steun aan de private huurmarkt
De Vlaamse regering verleent de komende 3 jaar nog enkel subsidies voor intergemeentelijke lokale woonprojecten die beantwoorden aan de volgende 4 doelstellingen:
- zorgen voor een divers en betaalbaar woonaanbod;
- werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving;
- informeren, adviseren en begeleiden van inwoners met woonvragen; én
- ondersteunen van de lokale private huurmarkt. Dat houdt in dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband: de lokale private huurmarkt in kaart brengt; (kandidaat-)huurders, (kandidaat-)verhuurders en intermediairen correct informeert en doorwijst; en het erkende sociaal verhuurkantoor promoot dat actief is op het grondgebied van de betrokken gemeenten.
‘Werken aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving’ is nu al een verplichte doelstelling, maar de andere doelstellingen die momenteel gelden, zijn weggevallen. Namelijk: het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen, het organiseren van het woonoverleg, en het uitbouwen van een klantgerichte dienstverlening aan de burger. Deze doelstellingen werden echter grotendeels geïntegreerd in de andere nieuwe doelstellingen.
Alleen de laatste doelstelling in verband met de private huurmarkt, is helemaal nieuw.
Op vraag van de Vlaamse Woonraad verduidelijkte minister van Wonen Liesbeth Homans dat het ‘in kaart brengen’ van de lokale private huurmarkt, niet noodzakelijk betekent dat er lijsten moeten worden opgesteld van alle private huurwoningen binnen de gemeentegrenzen. De minister wil wél een beeld te krijgen van:
- het aandeel private huurwoningen in het totale woningenbestand van de gemeente;
- het overwegende type van huurwoning: eengezinswoning of appartement, grote of kleine huurwoningen, met veel of weinig slaapkamers);
- de gemiddelde ouderdom van de woningen en hun gemiddeld comfort;
- het prijsniveau van de lokaal meest voorkomende woningtypes; en
- de informele huurmarkt. Namelijk het aantal en het soort huurwoningen dat verhuurd wordt via een sociaal netwerk, en niet via de immo-kantoren, immo-websites of advertentiebladen die aan een breed publiek worden aangeboden.
Verplichte en aanvullende activiteiten
Aan elke doelstelling worden er ook nu verplichte en facultatieve activiteiten gekoppeld.
De verplichte activiteiten moeten in elke deelnemende gemeente gerealiseerd worden. De facultatieve activiteiten, niet, maar dan wordt de subsidie wel a rato verminderd.
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband kan ook kiezen om maximaal 2 projecten “buiten categorie” te realiseren, die vernieuwend of experimenteel zijn. Daarvoor zullen er aparte subsidieafspraken worden gemaakt.
Punten pakken
In de huidige subsidieregeling worden er subsidies toegekend naargelang het aantal voltijdse personen dat wordt ingezet om de subsidiedoelstellingen te realiseren. Vanaf nu wordt er gewerkt met een puntensysteem, volgens het aantal activiteiten dat wordt gerealiseerd en het aantal private huishoudens binnen het werkingsgebied.
Er komt een toeslag om gemeenten over de schreef te trekken die tot nu niet deelnamen aan een intergemeentelijk samenwerkingsproject, en voor zeer kleine gemeenten (minder dan 5.000 private huishoudens).
Uit simulaties zou blijken dat de basissubsidie (zonder de subsidies voor facultatieve activiteiten) onder het nieuwe regime gemiddeld 0,8% lager zou liggen dan onder het huidige regime.
Belangrijke rol voor stuurgroep
De subsidieprocedure wordt vereenvoudigd; die start vanaf nu met een overleg met het agentschap Wonen-Vlaanderen; eventueel in samenspraak met de provincie. Daarna volstaat het dat alle betrokken gemeenten een engagementsverklaring ondertekenen, wat de verplichte activiteiten betreft. Zij moeten enkel nog een motivering opstellen voor de facultatieve en experimentele activiteiten.
De activiteiten worden mee opgevolgd door de stuurgroep, waarin alle gemeenten vertegenwoordigd zijn, en die een minimumaantal keren per jaar moet bijeenkomen. Als uit de jaarverslagen van die stuurgroep blijkt dat de doelstellingen niet gerealiseerd worden, kan Wonen-Vlaanderen de subsidies voor het volgende werkingsjaar inhouden of kan het agentschap de subsidies terugvorderen.
Tot 31 december 2019
In principe worden de lokale woonbeleidssubsidies toegekend voor een periode van 3 jaar, verlengbaar tot maximum 9 jaar in het totaal. Nu krijgen alle subsidies echter een vaste einddatum: 31 december 2019.
Voor de lopende projecten komt er een overgangsregeling.
Op 1 januari 2016 telde Vlaanderen 41 gesubsidieerde projecten, waaraan 185 van de 308 Vlaamse steden en gemeenten deelnamen.
Wat na 2019?
Vlaams minister van Wonen Liesbeth Homans werkt aan een globaal besluit over het lokaal woonbeleid, dat een volledig nieuw subsidieregime zal bevatten. Het besluit zou in de loop van 2018 in het Belgisch Staatsblad verschijnen en zou van kracht worden op 1 januari 2020, samen met de start van de nieuwe beheers- en beleidscyclus van de in 2019 vernieuwde gemeenteraden.
In werking op:
- 17 september 2016.
- Met overgangsregeling.
Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, BS 7 september 2016.
Zie ook:
- Besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 houdende subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, B S 19 oktober 2007 (opgeheven besluit).