Geen ecologiesteun of strategische ecologiesteun voor onderneming in moeilijkheden
De Vlaamse regering stopt vanaf nu de uitbetaling van ecologiesteun of strategische ecologiesteun als er tegen een onderneming een procedure ter terugvordering van overheidssteun loopt.
Ondernemingen in moeilijkheden hebben ook geen recht meer op subsidies.
Met deze en andere wijzigingen stemt de Vlaamse regering de steun voor ecologie-investeringen af op de meest recente versies van de Europese Algemene Groepsvrijstellingsverordening, de De minimis-verordening, de richtsnoeren inzake milieu, en de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun.
Op het moment van steunaanvraag
Ondernemingen die ecologiesteun vragen op basis van de limitatieve technologieënlijst, en ondernemingen die strategische ecologiesteun willen, mogen geen achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) op het moment dat zij de steun aanvragen.
Er mag tegen hen ook geen procedure lopen ter terugvordering van eerder toegekende steun.
De Vlaamse regering voegt daar een derde weigeringsgrond aan toe: ook ‘ondernemingen in moeilijkheden‘ volgens de regels van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van 2014 (art. 2, 18 AGVV), kunnen geen overheidssteun meer aanvragen. Ondernemingen in moeilijkheden zijn bijvoorbeeld vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die meer dan de helft van hun aandelenkapitaal verloren hebben door opeenvolgende verliezen, of ondernemingen tegen wie een collectieve insolventieprocedure loopt (bv. een faillissementsprocedure).
Op het moment van uitbetaling
Als er tegen een onderneming nog geen procedure ter terugvordering van staatssteun liep op het moment dat de steun werd aangevraagd, maar er wel een dergelijke procedure loopt op het moment dat de steun moet worden uitbetaald, worden er géén subsidies meer uitbetaald.
Investering met stimulerend effect
Als er ecologiesteun of strategische ecologiesteun wordt toegekend, dan moet die altijd een stimulerend effect hebben. Dat betekent dat de investeringen maar mogen starten ná de indiening van de aanvraag om steun, én dat de steun moet leiden tot een wezenlijke toename van de omvang, reikwijdte, uitgaven of snelheid van het investeringsproject of van de activiteiten van de onderneming.
Grote ondernemingen moesten dat stimulerend effect tot nu uitdrukkelijk bewijzen, maar die verplichting vervalt.
Energiebesparing
Bij een energiebesparende investering werd de geraamde energiebesparing tot nu verrekend in het subsidieerbare bedrag: gedurende 3 jaar bij kmo’s, gedurende 4 jaar voor grote ondernemingen die buiten het Europese systeem van de emissiehandel blijven, en gedurende 5 jaar voor investeringen door ondernemingen die onderworpen zijn aan het Europese regime van de broeikasgasemissiehandel.
Dat voorschrift wordt nu geschrapt. Er wordt dus niet meer beknibbeld op de energiebesparing.
Hogere steunpercentages
Tot slot trekt de Algemene Groepsvrijstellingsverordening de maximale steunpercentages op voor milieu- en energiebesparende investeringen. De nieuwe Europese maxima worden via een aangepaste verwijzing overgenomen in het decreet dat aan de basis ligt van de steun voor ecologie-investeringen.
Maar voor de reële steunpercentages moet u niet in het decreet zijn, maar in de uitvoeringsbesluiten. De reële steunpercentages liggen lager dan de Europese maxima. Immers, de Vlaamse regering kan alleen maar steun toekennen binnen haar vastgestelde begrotingskredieten
Sinds 1 januari …
Hoewel ze pas op 10 augustus gepubliceerd werden in het Belgisch Staatsblad, krijgen deze wijzigingen uitwerking op 1 januari 2015, of zelfs op 1 juli 2014.
Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2015 houdende de aanpassing van het kaderdecreet en de besluiten van de Vlaamse Regering bedrijvencentra en doorgangsgebouwen, kmo-portefeuille, ecologiepremie, strategische ecologiesteun en strategische transformatiesteun aan de algemene groepsvrijstellingsverordening, de de-minimisverordening, de richtsnoeren inzake milieu en de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun, BS 10 augustus 2015.
Zie ook:
- Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun p grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb.L. 26 juni 2014, afl. 187 (Algemene Groepsvrijstellingsverordening).
- Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb.L. 24 december 2014, afl. 352 (De minimis-verordening).
- Richtsnoeren staatsteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020, PB.C. 28 juni 2014, afl. 200.
- Richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden, Pb.C. 31 juli 2014, afl. 249.
- Decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, BS 27 april 2012.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest, BS 28 januari 2011; en “Ecologiepremie Plus”, Agentschap Ondernemen.
- Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest, BS 3 januari 2013; en “Strategische ecologiesteun”, Agentschap Ondernemen.