Eerste openbaar onderzoek naar onroerenderfgoedinventaris
Wie een onroerend goed bezit in een historische stad, doet er goed aan om de inventaris van de archeologische zones van het agentschap Onroerend Erfgoed te raadplegen. De Vlaamse overheid houdt namelijk een openbaar onderzoek om die inventaris definitief te kunnen vaststellen.
De definitieve vaststelling van de inventaris van de archeologische zones, zal gevolgen hebben voor de eigenaar of zakelijkrechthouder, en de gebruiker van het goed.
58 archeologische zones
Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft in het Vlaams Gewest 58 archeologische zones afgebakend. Archeologische zones zijn zones waarvan men met grote waarschijnlijkheid kan zeggen dat zij een archeologische waarde hebben.
De 58 afgebakende zones bestaan uit de historische stadskernen van evenveel grote en kleine steden. Daar zijn hele kleine oude stadjes bij, zoals Lo en Mesen.
De 58 steden waarvan men aanneemt dat er waardevol archeologisch erfgoed in de bodem zit, zijn:
- in de provincie Antwerpen: Antwerpen, Geel, Herentals, Lier, Mechelen en Turnhout.
- in Limburg: Beringen, Bilzen, Borgloon, Bree, Halen, Hamont (Hamont-Achel), Hasselt, Herk-de-stad, Maaseik, Oud-Rekem (Lanaken), Peer, Sint-Truiden, Stokkem (Dilsen-Stokkem) en Tongeren.
- in Oost-Vlaanderen: Aalst, Deinze, Dendermonde, Eeklo, Gent, Geraardsbergen, Middelburg (Maldegem), Ninove, Oudenaarde, Ronse en Zottegem.
- in West-Vlaanderen: Brugge, Damme, Diksmuide, Gistel, Harelbeke, Ieper, Kortrijk, Lo (Reninge), Menen, Mesen (en Wijtschate in Heuvelland), Nieuwpoort, Oostende, Oudenburg, Poperinge, Tielt, Torhout, Veurne en Wervik.
- in Vlaams-Brabant: Aarschot, Diest, Halle, Landen, Leuven, Tienen, Vilvoorde, Zichem (Scherpenheuvel-Zichem) en Zoutleeuw.
Voor de precieze afbakening van elke historische kern met archeologisch erfgoed, moet u op de website van het agentschap zijn.
De Vlaamse overheid kan de huidige ontwerplijst later nog uitbreiden. En zij zal dat ook nog doen, aangezien er momenteel geen enkele archeologische zone buiten de stad op de ontwerplijst staat.
Alleen over ‘feitelijkheden’
Opmerkelijk is dat er tijdens het openbaar onderzoek alleen bezwaren geformuleerd mogen worden over feitelijkheden. Maar het Onroerenderfgoeddecreet en zijn uitvoeringsbesluit zeggen niet wat ‘feitelijkheden’ zijn. In het Vlaams Parlement omschreef de minister-president dat begrip als fouten, aanvullingen, recentere informatie, enzovoort.
En hij gaf volgende voorbeelden van mogelijke ‘fouten‘:
- Een onroerend goed wordt opgenomen in een vastgestelde inventaris omdat het wordt toegeschreven aan architect Braem (1910-2001). De bezwaarindieners kunnen echter aantonen dat het onroerend goed gebouwd werd in 1915 door een minder bekende architect.
- Een onroerend goed wordt opgenomen in een vastgestelde inventaris omdat Ernest Claes er gedurende 20 jaar zou hebben gewoond. De bezwaarindieners kunnen evenwel aantonen dat Ernest Claes op een ander adres woonde.
De minister citeert als mogelijke voorbeelden van aanvullingen en recentere informatie:
- Uit een oude, geenszins wijd verspreide publicatie van de plaatselijke heemkundige kring blijkt dat het onroerend goed dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris, niet volgens de originele plannen is gebouwd. Dit doet geen afbreuk aan de opname ervan in de inventaris, maar het is interessant om in de inventaris aanvullend op te nemen dat er oudere ontwerpplannen terug te vinden zijn, die een beeld geven van hoe het onroerend goed initieel werd ontworpen.
- Een onroerend goed in de vastgestelde inventaris wordt gedateerd in de “tweede helft van de 18de eeuw”. Uit recent onderzoek kan de datering worden gespecificeerd tot “1760-1772”.
- De inventaris geeft een beschrijving van een onroerend goed op basis van de erfgoedkenmerken. Een van die erfgoedkenmerken betreft het originele schrijnwerk. Dit schrijnwerk werd evenwel recent vervangen door nieuw schrijnwerk.
Bezwaren en opmerkingen moeten dus altijd over dergelijke ‘feitelijkheden’ gaan. De inventarisatie zelf staat nooit ter discussie. Bezwaren kunnen dus nooit betrekking hebben op de opportuniteit van de inventarisatie of over de beoordeling van de erfgoedwaarde van een goed. Of, zoals een Vlaams Parlementslid opmerkte: men gaat er blijkbaar van uit dat de burger niet de kennis heeft om te beoordelen of zijn pand erfgoedwaarde heeft (Parl.St., nr. 1902/2, p. 6).
Van half augustus tot half oktober
Het openbaar onderzoek naar de afbakening van de 58 archeologische zones loopt van 17 augustus tot en met 15 oktober 2015.
U bezorgt uw opmerkingen en bezwaren op het volgende adres:
Agentschap Onroerend Erfgoed
Team administratie en procedures
Koning Albert II-laan 19, bus 5
1210 Brussel.
Opgelet! Het agentschap houdt alleen rekening met bezwaren die aangetekend worden ingediend, of tegen afgifte met ontvangstbewijs.
Rechtsgevolgen
Nog vóór de inventaris van de archeologische zones definitief wordt vastgesteld, is er al een impact op de eigenaar of gebruiker van een goed. Die is in principe verplicht om de ambtenaren van het agentschap Onroerend Erfgoed toegang te verschaffen. Zowel tot het onroerend goed dat in aanmerking komt voor inventarisatie, als tot het onroerend goed dat effectief werd geïnventariseerd (art. 4.1.5 van het Onroerenderfgoeddecreet).
Eens de inventaris definitief werd vastgesteld, hebben de administratieve overheden een zorg- en motivatieplicht (art. 4.1.9).
En al wie een geïnventariseerd goed verkoopt, verhuurt voor meer dan 9 jaar, inbrengt in een vennootschap, er een recht van erfpacht of opstal op vestigt, enz. is verplicht om melding te maken van de inventarisatie en de rechtsgevolgen daarvan in de onderhandse en authentieke akte.
De notaris moet de betrokkenen daarop wijzen (art. 4.1.11).
Opneming van een onroerend goed in een vastgestelde inventaris garandeert een beperkte vorm van vrijwaring, maar die vrijwaring gaat nooit zover als bij een beschermd goed.
Bron: Onroerend goed. – Openbaar onderzoek. – Van 17 augustus tot en met 15 oktober 2015, BS 4 augustus 2015 (Openbaar onderzoek over de vaststelling van de inventaris van de archeologische zones).