Ontving u een bevel tot betalen van de procureur des Konings?
Sinds enkele maanden kan de procureur des Konings (het openbaar ministerie), op grond van artikel 65/1 van de Wegverkeerswet, een bevel tot betalen uitvaardigen aan de overtreder van verkeersmisdrijven die de aangeboden minnelijke schikking niet betaalde.
De bedoeling van de wetgever is te zorgen voor een snellere en efficiëntere afhandeling van een verkeersstrafzaak. Waar het openbaar ministerie immers vroeger de overtreder diende te dagvaarden bij niet betaling van de minnelijke schikking, kan het nu onmiddellijk een ‘bevel tot betalen’ uitvaardigen, zonder dat de overtreder nog moet voorkomen voor de politierechtbank.
Heeft u zo een bevel tot betalen na een verkeersinbreuk ontvangen en meent u dat het terecht is, dan hoeft u het niet aan te vechten en zal het openbaar ministerie het bevel uitvoerbaar verklaren. Het in het bevel opgegeven bedrag, dat minstens 35% hoger zal zijn dan de eerder aangeboden minnelijke schikking, dient dan zo snel mogelijk te worden vereffend, om verdere uitvoeringskosten te vermijden.
Bent u echter van mening dat het bevel tot betalen onterecht is, omdat u bijvoorbeeld de overtreding niet of niet zelf heeft begaan, de minnelijke schikking correct en tijdig heeft betaald, de minnelijke schikking nooit heeft gekregen, … dan kan u daartegen binnen de wettelijk voorziene termijn bij verzoekschrift beroep aantekenen bij de bevoegde politierechtbank.
Belangrijk om te weten is, dat enkel hij of zij die het bevel ontving of diens advocaat dergelijk beroepsverzoekschrift kan indienen. Recente ervaring leert ons, dat ondernemingen wel eens in hun eigen naam een verzoekschrift indienen tegen een bevel tot betalen, dat gericht werd aan één van hun werknemers. Dit heeft tot gevolg dat de politierechtbank het verzoekschrift, dat dus niet uitging van de persoon die het bevel heeft ontvangen, onmiddellijk onontvankelijk zal verklaren en de onderneming zal veroordelen tot de gerechtskosten.
Erger is evenwel, dat het bevel tot betalen in dit geval niet meer zal kunnen worden betwist door de overtreder zelf, omdat de termijn zal verstreken zijn. De termijn om beroep aan te tekenen is immers slechts 30 dagen volgend op de dag van ontvangst van het bevel tot betalen.
Het verzoekschrift dient niet alleen uit te gaan van de juiste persoon, maar dient verder nog aan bepaalde vormvoorschriften te voldoen. De reden waarom beroep wordt aangetekend moet nauwkeurig worden opgegeven en op straffe van niet-ontvankelijkheid moet het verzoekschrift het nummer van het proces-verbaal of het systeemnummer vermelden. Tenslotte moet het tijdig, binnen de 30 dagen na ontvangst van het bevel, worden neergelegd op de griffie van de bevoegde politierechtbank of bij een aangetekende zending of via elektronische post aan de griffie.
De nodige aandacht is dus zeker vereist als uzelf of een werknemer van uw onderneming een bevel tot betalen ontvangt, waartegen beroep moet worden aangetekend.
Wenst u een ontvangen betalingsbevel na een verkeersinbreuk te betwisten, dan helpt het team aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht van Racine u hierbij graag verder. Deze bijstand valt onder uw verzekering rechtsbijstand.