50 miljard aan Belgische Staatsteun
Ter uitvoering van de wet van 27 maart 2020 tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te vertrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus, werd met het een Koninklijk Besluit van 14 april 2020 een garantieregeling ten belope van 50 miljard euro voor in aanmerking komende nieuwe leningen goedgekeurd in strijd tegen de gevolgen van het coronavirus.
De staatswaarborg is de tweede pijler van een akkoord tussen de regering, de Nationale Bank van België en de bankensector. De eerste pijler omvat het engagement van de bankensector om betalingsuitstel van zes maand toekennen aan de ondernemingen en particulieren die getroffen zijn door de coronacrisis voor hun bestaande kredieten.
Welke leningen komen in aanmerking?
De garantieregeling vindt toepassing op nieuwe kortetermijnkredieten van maximaal 12 maanden die worden verstrekt door de Belgische kredietinstellingen aan in aanmerking komende kredietnemers in de periode vanaf 1 april 2020 tot 30 september 2020.
De staatswaarborg is dus enkel van toepassing op bijkomende financiering. Daaruit volgt dat herfinancieringen, en wederopnames van kredieten die dateren van vóór 1 april 2020 buiten het toepassingsgebied van dit besluit vallen. Ook leasingovereenkomsten, factoringovereenkomsten en consumentenkredieten en hypothecaire kredieten worden niet gewaarborgd. Kredieten die uitsluitend worden aangewend voor activiteiten in het buitenland zijn eveneens uitgesloten van de waarborgregeling. Wat wel onder de waarborgregeling valt zijn de zogenaamde “club deals” of “gesyndiceerde kredieten” waarbij meerdere kredietverstrekkers samen een krediet verschaffen aan één of meerder kredietnemers.
Welke kredietnemers?
In beginsel kan elke niet-financiële onderneming die is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen waaraan een krediet wordt verleend, kan in aanmerking komen voor de garantieregeling als kredietnemer. Daaronder vallen uiteraard ook natuurlijke personen die een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefenen en rechtspersonen uit de non-profitsector.
Sommige personen worden evenwel expliciet uitgesloten van de garantieregeling, zoals personen die reeds vóór 1 februari 2020 een betalingsachterstal hadden op bestaande kredieten, belastingen of sociale bijdragen, ondernemingen in moeilijkheden en ondernemingen die op 31 januari 2020 een actieve herstructurering van hun bestaande kredieten doorliepen.
Welke voorwaarden?
(i) Maximaal gewaarborgde hoofdsommen
De waarborg van de Belgische Staat wordt begrensd door de liquiditeitsbehoeften van de in aanmerkingen komende kredietnemer (te weten voor de activiteiten gedurende een periode van 18 maanden voor KMO’s en de activiteiten gedurende een periode van 12 maanden voor andere ondernemingen) en is in ieder geval beperkt tot een totale hoofdsom van maximaal 50 miljard EUR.
(ii) Maximaal gewaarborgde interesten
De interest (op jaarbasis) van dit gewaarborgd krediet mag maximaal 1,25% bedragen. Deze intrest kan echter verhoogd worden met een vergoeding die de kredietinstelling aan de Staat moet betalen. Deze vergoeding wordt berekend op basis van de hoofdsom en is verschuldigd pro rata de duur ervan. Deze vergoeding verschilt echter naargelang het krediet werd verstrekt aan een KMO dan wel aan een grote onderneming. Voor de berekening van de vergoeding gelden voor KMO’s 25 basispunten op de hoofdsom van de lening. Voor grote ondernemingen zijn dat 50 basispunten
Kredieten die aan de criteria voldoen vallen automatisch onder de waarborgregeling. Hierop bestaat een uitzondering waarbij kredietinstellingen zélf kunnen bepalen welke kredieten kunnen worden “gedeselecteerd”. Kredietgevers zijn namelijk niet verplicht om een gewaarborgd krediet te verstrekken aan de (weinige) kredietnemers die niet financieel lijden onder de coronacrisis. Deze bevoegdheid is echter gelimiteerd tot 15% van kredieten die in aanmerking komen. De “gedeselecteerde” kredieten vallen uiteraard uit de gewaarborgde portefeuille en vereisen geen vergoeding zoals hoger vermeld.
Verdelingsmechanisme
De Belgische Staat voorziet 50 miljard EUR aan financiële steun voor het aangaan van bepaalde kredieten. De portefeuille van 50 miljard wordt verdeeld over de Belgische kredietinstellingen overeenkomstig hun respectievelijk marktaandeel per 31 december 2019. De kredietinstelling kan tot uiterlijk 31 maart 2023 beroep doen op deze portefeuille.
De Belgische staat hoopt hiermee de verliezen van de banken gedeeltelijk op te vangen. Deze verliezen worden berekend op basis van de portefeuille van de kredieten die in aanmerking komen en dus niet op basis van individuele kredieten.
Daarnaast blijft er nog steeds een deel van het verlies dat de kredietinstelling zélf moet dragen. Binnen deze waarborgregeling zal een kredietinstelling het eerste verlies van 3% op haar portefeuille zelf dragen. De tussenkomt van de Staat bedraagt vervolgens 50% op het verlies tussen 3% en 5%. Voor het verlies dat de 5% procent overstijgt, zal de Staat voor 80% tussenkomen.
De centrale doelstelling van deze waarborgregeling behelst de continuïteit van de economie. Dit lastenverdelingsmechanisme creëert bijgevolg een zekere ademruimte voor de kredietnemer/ondernemer en een prikkel voor de kredietinstelling om een gezond kredietverleningsbeleid te voeren.
Meer weten?
Contacteer het Racine corporate team.