Gebruiksregels voor nationaal pandregister
Vanaf 1 januari 2018 kan een pandrecht geregistreerd worden in het nationaal pandregister. Niet voor zijn bestaan, wel voor zijn tegenstelbaarheid aan derden. Een nieuw besluit legt vast hoe het gebruik van het pandregister precies in zijn werk gaat. Onder meer de identificatie van de gebruikers, de registratie zelf, de veranderingen aan de registratie en de retributies komen aan bod.
Pandrecht
Binnenkort zal het pandrecht kunnen geregistreerd worden in het nationaal pandregister. Registratie is nodig om het pandrecht – dat voortaan ook zonder buitenbezitstelling zal kunnen – tegenstelbaar te maken aan derden.
Identificatie en authenticatie
De gebruiker van het pandregister – dat is degene die een pandrecht of eigendomsvoorbehoud registreert, wijzigt, vernieuwt, verwijdert, raadpleegt – heeft pas toegang na identificatie en authenticatie. En dat gebeurt via de authenticatiemodule van de eID.
Gebruikers kunnen ook de status van ‘geregistreerd gebruiker’ krijgen. Dan moeten ze wel een overeenkomst afsluiten met de bewaarder van het pandregister (Patrimoniumdocumentatie van de FOD Financiën). Met daarin de voorwaarden voor het gebruik van het pandregister.
De overeenkomst gaat concreet over onder meer de manier van toegang en authenticatie, de inbreng en raadpleging van gegevens, de manier waarop de retributies worden betaald en de regels voor de wijziging van de gebruiksvoorwaarden. De overeenkomst regelt ook het rollenbeheer van het personeel van de gebruiker. Het rollenbeheer is een elektronische beheerstoepassing van de toelatingen van de personen die de geregistreerde gebruiker gemachtigd heeft om voor hem het pandregister te gebruiken. De bewaarder van het pandregister kan een audit uitvoeren naar de kwaliteit van het rollenbeheer.
Registratie
De pandhouder die het pandrecht wil registreren in het pandregister vult een elektronisch aanmeldingsformulier in. Daarin vermeldt hij onder meer de identiteit van de pandhouder (of van zijn vertegenwoordiger of lasthebber) en de pandgever, de bezwaarde goederen, de gewaarborgde schuldvorderingen en het maximale bedrag waarvoor de schuldvorderingen gewaarborgd zijn.
Het KB legt ook vast welke gegevens men moet invullen bij registratie van een eigendomsvoorbehoud.
Wijzigen, vernieuwen of verwijderen registratie
Alleen de pandhouder (of zijn vertegenwoordiger of lasthebber) kan de registratie veranderen, vernieuwen of verwijderen. Alleen ook hij kan een rangafstand of een overdracht van een pand registreren in het pandregister.
Bij een eigendomsvoorbehoud zijn dat rechten van de verkopers of houders van het eigendomsvoorbehoud of hun lasthebber.
Om de registratie van een pand te wijzigen, vernieuwen of verwijderen of om een rangafstand of overdracht te kunnen doen, moet de pandhouder het unieke identificatienummer op het formulier invullen. Het gaat om het nummer dat het pandregister heeft meegedeeld bij de registratie of de laatste verrichting.
Raadpleging
Om het pandregister te kunnen raadplegen moeten de identiteitsgegevens van de pandgever of de koper onder eigendomsvoorbehoud ingevuld worden.
Geven de ingevoerde gegevens geen resultaten, dan levert het register een document af met de vermelding ‘geen zoekresultaten’, het tijdstip van de raadpleging en de zoekgegevens.
Geeft de zoekopdracht meerdere resultaten dan kan de gebruiker zijn zoekopdracht richten naar het goed waarvoor hij een attest vraagt, via de aanduiding van het bezwaarde goed.
Is er een resultaat voor de zoekopdracht dan krijgt men een document met de identiteit van de pandhouder (of zijn vertegenwoordiger of lasthebber) en de pandgever (telkens zonder rijksregisternummer), en alle in het pandregister raadpleegbare gegevens over het pand en de schuldvordering.
Raadplegingsgeschiedenis
De pandgever en de koper onder eigendomsvoorbehoud kunnen via de raadplegingsgeschiedenis nagaan wie hun gegevens tijdens de laatste zes maanden heeft bekeken.
Commercieel gebruik
Het is verbodden om het pandregister te gebruiken voor commerciële prospectie of voor commercialisering van listings over de financiële situatie van mensen.
Retributies
Voor de registratie van een pandrecht of een eigendomsvoorbehoud of voor de vernieuwing van de registratie moet er betaald worden. De retributie kan gaan van 20 euro tot 500 euro, afhankelijk van het bedrag waarvoor de schuldvorderingen gewaarborgd zijn of de verkoopprijs van het roerend goed verkocht onder eigendomsvoorbehoud.
Ook voor de wijziging van de registratie van een pandrecht of een eigendomsvoorbehoud betaalt men een retributie. Zij variëren van minimaal 12 euro tot maximaal 300 euro. De retributies voor de volledige verwijdering van de registratie van een pandrecht of een eigendomsvoorbehoud gaan van minimaal 8 euro tot maximaal 200 euro.
En ook wie het pandregister raadpleegt moet betalen. Vijf euro per raadpleging. In die vijf euro zit de aflevering van een elektronisch gehandtekend document waarin het negatief zoekresultaat of één pandrecht of eigendomsvoorbehoud is gedocumenteerd. Per bijkomend zoekresultaat waarvoor de aflevering van een dergelijk document wordt gevraagd, moet nog eens vijf euro betaald worden. Let wel: de pandgever en de koper onder voorbehoud betalen geen retributies voor de raadpleging van hun registratie.
Voor een rangafstand of overdracht van een pand of eigendomsvoorbehoud betaalt men een vaste retributie van 10 euro.
De retributies worden geïndexeerd. De eerste keer begin 2021, daarna om de drie jaar.
Inwerkingtreding
Het nieuwe KB van 14 september 2017 treedt in werking op de dag waarop de pandwet in werking treedt. En dit is voorzien voor 1 september 2018.
Bron: Koninklijk besluit van 14 september 2017 tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen, BS 26 september 2017